Strorijke (runder) mest

Het effect van een eenmalige gift ruige mest per drie jaar in het vroege voorjaar verschilt per grondsoort. 

Er bestaat een positieve relatie tussen percelen waarop (strorijke) ruige mest wordt uitgereden en het aantal broedparen van kieviten. Dat is doorgaans de vroegste broeder. Later vestigen soorten als grutto en tureluur zich ‘onder de vleugels’ van de kieviten. De beheerder kan hiermee in het vroege voorjaar de weidevogels enigszins 'sturen' naar door hem gewenste percelen. Het gebruik van ruige mest vergroot de voedselsituatie en de gewenste ‘pollige’  structuur.

De samenstelling van ruige mest en drijfmest hangt af van de voeding van het vee. Het wijkt af van het gemiddelde zoals dit onder andere te vinden is op www.bodemacademie.nl. Ruige mest heeft als kenmerk dat het langzaam wordt opgenomen door de graslandvegetatie en een hoog organische stofgehalte bevat.

Ruige mest moet zo vroeg mogelijk, bij voorkeur voor 15 maart, worden uitgereden. Met het oog op de maaitrappen luidt het advies gedoseerd de mest uit te rijden, bijvoorbeeld 5-10 ton per hectare in het (vroege) voorjaar voor 15 juni land.

 

spacer
spacer

Foto’s

spacer

Heeft u vragen?
Neem contact met ons op

Vogelbescherming gaat zorgvuldig om met uw gegevens. Wij gebruiken ze om u te informeren over ons werk, onze producten en voor marketingdoeleinden. Als u daar bezwaar tegen hebt, kunt u dat aangeven via info@vogelbescherming.nl . Klik hier voor meer informatie over privacy
spacer