2.1 Akkerbouw + Natuur = Weerbare Akkerbouw

Door Peter Harry Mulder, Eline Ringelberg & Jules Bos

Peter Harry Mulder en Eline Ringelberg hebben een veenkoloniaal akkerbouwbedrijf en daarnaast is Peter Harry een vogelliefhebber. Samen hebben ze de werkgroep ‘Boerenbuitengebied’ opgericht. Hun boerderij Kloosterplaats (70 ha) heeft aan de westkant stuifgevoelig zand en aan de oostzijde 30% klei.

Inzet voor akkernatuur
Toen Peter Harry jong was heeft hij veel met vogels gedaan. Nadat het een tijd weg was gezakt, is zijn enthousiasme weer teruggekomen nadat hij een grauwe kiekendief op zijn erf had gespot. Sindsdien is Peter Harry zich steeds meer gaan inzetten voor akkernatuur. Hij is van mening dat het probleem zich niet vanzelf oplost door groenere middelen en biotechnologie, maar dat er meer nodig is. Hoe dat gaat worden ingevuld hangt dan toch voornamelijk van de politiek af. Ook zelf proberen Peter Harry en Eline in hun akkerbouwbedrijf zo goed mogelijk samen te werken met de natuur. Dit is veel werken voor weinig geld. Toch gaan ze hier graag mee door omdat het hun leven is. Het inkomensgat wordt gedicht door middel van subsidies. Zelf hebben ze geen invloed op de prijzen.

Samenwerking cruciaal
De Werkgroep Boerenbuitengebied bestaat nu een paar jaar. Het begon in 2008 met het landschap rondom en op de boerderij anders in te richten. Dit werd al snel steeds meer en begon te veel te worden voor Peter Harry en Eline. Samen met betrokken buren en natuurbeschermingsorganisaties hebben ze Boerenbuitengebied opgericht. Ze doen veel aan communicatie en educatie. Ook worden vele brieven geschreven en gasten ontvangen voor discussies. Hiermee willen ze ervoor zorgen dat mensen meer van boeren/eten te weten komen.

Natuurlijke plaagbestrijding
De hoofddoelstelling van Peter Harry en Eline is om de natuurlijke weerbaarheid te vergroten. Dit willen ze bereiken door minder insecticiden te gebruiken en meer natuurlijke plaagbestrijding. Ook willen ze dat het akkervoedselweb hersteld wordt.

FAB
Functionele AgroBiodiversiteit is het benutten van natuurlijke plaagbestrijding in de akkerbouw. Zo kunnen natuurlijke predatoren van de bladluis ongeveer 1,5 miljoen bladluizen per ha/dag opeten. De predatoren worden aangetrokken door bloemenranden langs de akkers.
De natuurlijke weerbaarheid wordt op bedrijfsniveau vergroot door;

  1. ANLb agrarisch natuurbeheer: 21 meter brede akkerranden, wintervoedsel veldjes, Fab-randen, vogelakker, stoppels en struwelen.
  2. Bodembeheer percelen: NKG (niet kerende grondbewerking) in plaats van ploegen, en mycorrhiza.

Ook op gebiedsniveau kan de natuurlijke weerbaarheid worden vergroot. Dit kan door middel van struwelen, overhoekjes ruilverkaveling, bermbeheer en ruigtes. Dit kan in iedere gemeente toegepast worden en moet in samenwerking bereikt worden. Ook de gemeente moet meehelpen door bijvoorbeeld kleine stukjes in de berm niet te maaien.

Resultaten
Het resultaat na 8 jaar: Reeds 4 jaar geen insecticiden gebruikt tegen luis, 8 patrijspaartjes, de veldleeuwerik is er nog steeds, de grauwe kiekendief is weer terug en komt regelmatig jagen, de blauwe kiekendief is er nu ook ‘s zomers, de kneu broedt in struwelen, kwartels zijn ieder jaar te horen, een roodborsttapuit paartje, in de wintervoedselveldjes zijn geelgorzen, kepen, ringmussen en zelfs grauwe gorzen te vinden en verder zijn er nog diverse soorten vlinders, bijen en muizen waargenomen.

Vragen:

  1. Wordt alles ook ondersteund met kennis?
    A; ja we krijgen veel kennis aangeboden door natuurmonumenten, landschapsbeheer, vlinderstichting en nog een aantal andere organisaties.
  2. Door wie worden de monitoring en tellingen gedaan?
    A; De Grauwe kiekendief werkgroep doet veel mee met tellingen. Verder zijn er ook andere onderzoekers die meedoen en monitoren. Er wordt onder andere onderzoek gedaan door middel van zenders.
  3. Wat komt er eerst, geld of kennis?
    A; Eerst de kennis, dan moet er geld komen om de kennis toe te passen.
  4. Gebruikt u NKG op stuivende grond?
    A; Ja, ik ben eerst op een klein stukje begonnen om alleen de ondergrond los te maken en heb het op steeds grotere stukken land toegepast. Nu pas ik het op het heel land toe.
  5. Wij merken niet dat de natuurlijke vijanden de luizen reduceren. Hoever kunnen die dieren vliegen?
    A; ongeveer 100 meter

Downloaden presentatie volgt

spacer
spacer

Foto’s

spacer

Heeft u vragen?
Neem contact met ons op

Vogelbescherming gaat zorgvuldig om met uw gegevens. Wij gebruiken ze om u te informeren over ons werk, onze producten en voor marketingdoeleinden. Als u daar bezwaar tegen hebt, kunt u dat aangeven via info@vogelbescherming.nl . Klik hier voor meer informatie over privacy
spacer